Vraag over diesel en dieseltanks, hoeveelheid en veiligheidsafstand

Vraag
In het besluit brandveiligheid overige plaatsen staan de volgende zinnen:

….

e. dieselolie, gasolie of lichte stookolie met een vlampunt tussen de 61 °C en 100 °C tot een gezamenlijk opgestelde totale hoeveelheid van 1.000 liter, en ….

…Tabel: 3 excl. dieselolie, gasolie of lichte stookolie met een vlampunt tussen 61 °C en 100 °C…

 

Hoe moet ik die interpreteren? Dat dieselolie niet wordt gezien als brandgevaarlijke stof zoals bedoeld in tabel 5.6 of dat dieselolie met een vlampunt tussen de 61 en 100 graden Celcius niet wordt gezien als brandgevaarlijke stof zoals bedoeld in tabel 5.6?
En wanneer je een tank hebt van meer dan duizend liter. Waar kun je dan de benodigde veiligheidsafstanden vinden? Die kan ik niet vinden in de PGS 30.

Antwoord op eerste deel van de vraag:
Het eerste lid zegt kortweg: geen brandgevaarlijke stof als bedoeld in tabel 5.6. mag aanwezig zijn.
Diesel is wel een brandgevaarlijke stof als bedoeld in tabel 5.6, maar wordt daar juist in uitgezonderd qua tabelwaarde. (Voor de juristen: het feit dat in de latere leden over diesel wordt gesproken, geeft aan dat de tabel wel ook over diesel gaat, binnen de term ‘brandgevaarlijke stof als bedoeld in tabel 5.6)).
Dieselolie, gasolie of lichte stookolie met een vlampunt hoger dan 60 graden celcius en ten hoogste 100 graden celcius zijn stoffen ingedeeld onder klasse 3, UN1202 (www.gevaarlijkestoffen.net)
Maar in de tabel zijn ze dus uitgezonderd, dus de bepaling van maximaal 50 liter geldt niet.
Lid 2 sub e geeft een vrijstelling van het verbod van lid 1, voor diesel tot 1000 liter.

Het vijfde lid staat toe dat er in afwijking van het derde lid, onderdeel e, meer dan 1.000 liter van een in dat artikelonderdeel bedoelde oliesoort aanwezig is indien naar het oordeel van het bevoegd gezag de wijze van opslag en gebruik daarvan zodanig is dat het ontstaan van een brandgevaarlijke situatie en de ontwikkeling van brand voldoende worden voorkomen. De reikwijdte van die bevoegdheid is beperkt tot gevallen die buiten de werkingssfeer van de Wet milieubeheer vallen. Vaak wordt gekeken naar de kwaliteit van de tanks en de locatie waar zij opgesteld staan. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer in een tijdelijke locatie, die geen inrichting in de zin van de Wet milieubeheer is (bijvoorbeeld een tijdelijk stadion), meer dan 1.000 liter dieselolie aanwezig is ten behoeve van aggregaten die tijdens een evenement worden gebruikt.

N.b.1 de Wet milieubeheer gaat over grote hoeveelheden, permanente opslag e.d.. Dat is hier niet verder uitgewerkt.
N.b.2 gezien het feit dat in tabel 5.6. ook over vlampunten e.d. wordt gesproken, kan een en ander anders liggen bij bijv. Biodiesel. Daarbij kunnen de eigenschappen van de vloeistof anders zijn. Op dit aspect gaan we hier niet verder in.

Antwoord op het tweede deel van de vraag:
Met betrekking tot veiligheidsafstanden verwijst artikel 3.28 naar PGS 30 (Publicatiereeks gevaarlijke stoffen nummer 30). En daar lezen we in hoofdstuk 5: veiligheidsmaatregelen:

vs 5.2.1 Voor een stalen tank moet rondom altijd een afstand van minimaal 25 cm als veiligheidsafstand tot andere objecten worden aangehouden. Daarnaast gelden de volgende afstanden:
• voor een inpandige tank: veiligheidsafstand rondom minimaal 50 cm en minimaal 3 m van brandgevaarlijk werk of hete voorwerpen van > 150 °C
• voor een uitpandige tank: minimaal 75 cm tot de erfgrens
Indien de tank op dusdanig kleine afstand is geplaatst van andere objecten zodat toegang voor onderhoud of (her)keuring beperkt is, moet deze kunnen worden verplaatst.

vs 5.2.2 Voor een kunststof tank moet rondom altijd een afstand van minimaal 25 cm als veiligheidsafstand tot andere objecten worden aangehouden. Daarnaast gelden de volgende afstanden:
• voor een inpandige tank: minimaal 50 cm rondom en minimaal 3 m van brandgevaarlijk werk of hete voorwerpen van > 150 °C
• voor een uitpandige tank: minimaal 3 m tot de erfgrens, minimaal 5 m tot gebouwonderdeel of bewaarplaats van brandgevaarlijke stoffen
Indien de tank op dusdanige kleine afstand is geplaatst van andere objecten zodat toegang voor onderhoud of (her)keuring beperkt is, moet deze kunnen worden verplaatst.