Artikel 5.15 van het Bbgbop verwijst in lid 3 naar NEN-8020-41. Net als op andere plaatsen in het Bbgbop stelt lid 3 dat voor een bijeenkomst tent NEN-8020-41 de inhoudelijke normen bepaalt.
Artikel 5.15 is een aansturingsartikel en gaat dus over alles wat te maken heeft met Paragraaf 5.3 ‘veilig vluchten bij brand’. Ondanks dat er in het Bbgbop verder niet wordt gesproken over capaciteit van een tent, wordt dit wel behandeld in de regels over veilig vluchten in NEN-8020-41, en dus via artikel 5.15 lid 3 ook in het Bbgbop. De regel in de NEN is dat er maximaal 4 personen per vierkante meter aanwezig mogen zijn in een tent.
Mag ik dus altijd uitgaan van 4 personen per m2?
Nee. De 4 ppm2 in NEN-8020-41 is een maximum aantal, dit betekend niet dat dit getal altijd toepasbaar is. Sterker nog 4ppm2 is een erg hoog aantal, dat eigenlijk alleen in bepaalde omstandigheden een acceptabel aantal is. Dit is vooral het geval als een tent ook gebruikt wordt als schuil-locatie bij (tijdelijk) slecht weer. In dat geval mag een organisator toestaan dat er 4ppm2 in de tent aanwezig zijn om te schuilen.
Dat betekent dat vier personen per vierkante meter als gemiddelde erg hoog/te hoog is maar als tijdelijk te gebruiken gemiddelde vanwege slecht weer logisch kan zijn. De bezoeker zelf vindt het op dat moment niet erg, want hij snapt dat hij tijdelijk minder ruimte heeft maar daardoor ook droger kan staan. Indien er meer mensen zijn dan in de tent passen, en dat is dus te berekenen, moet je van de organisator verwachten dat die verzint wat te doen met de andere mensen: bijvoorbeeld poncho’s uitdelen. Door poncho’s uit te delen kan je bereiken dat de bezoekers buiten bij een podium blijven staan, in plaats van door te drukken richting de tent die al vol is.
Dit mag dus niet worden uitgelegd als een logisch gemiddelde voor gewoon gebruik. Dat is niet waarvoor dat bedoeld is.
Belangrijk voor de gemeente, brandweer en organisatie is te beseffen dat als zoveel mensen in een tent staan, ook de vluchtmeters daarop berekend moeten zijn. De organisatie zal dus, als zij als aanname heeft dat voor de regen in de tent beschutting gezocht gaat worden, voldoende vluchtbreedtemeters aanwezig moeten laten zijn.
In mijn tent staan mensen bij het podium vaak dichter op elkaar dan 4 personen per m2, is dat een probleem?
Een hoge publieksdruk kan tot problemen leiden met verdrukking en problemen met beweging, vooral bij vluchten. Echter, de maximale waarde uit de NEN-8020-41 gaat uit van 4ppm2 over het totale beschikbare vloeroppervlak. Als er dus 6,7 of misschien zelfs 9 ppm2 voor het podium staan is dit niet een uitzonderlijke situatie. Er dient dan wel voldoende toezicht te zijn, en natuurlijk ruimte waar de bezoekers heen kunnen als ze het te druk vinden. Dat is de reden dat er gemiddelde waarden per m2 worden opgegeven. Als er dan veel publiek naar het podium toe trekt zal er automatisch meer ruimte achterin vrij komen. Hierdoor kan het publiek ook snel meer ruimte maken in het geval van vluchten.
Als het een grotere tent betreft, zou het mogelijk kunnen zijn dat er een vakken verdeling nodig is, om te zorgen voor een veilige publieksdruk. Dit wordt niet door het Bbgbop geregeld. Wel moeten er, op basis van het Bbgbop, dan voldoende vlucht mogelijkheden zijn in (dus eigenlijk uit) alle vakken.